Wat deden de politieke partijen tegen discriminatie van LHBTI-personen? En, wat willen ze gaan doen?

casanegra · maart 15, 2021 · Verkiezingen1 · 0 comments

Wat deden de politieke partijen tegen discriminatie van LHBTI-personen? En, wat willen ze gaan doen?

 

Amsterdam, 15 maart 2021

 

Door Floor Boots en Ewoud Butter

 

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen kijken we in een reeks artikelen naar verschillende vormen van racisme, discriminatie en uitsluiting. Wat was het beleid van het kabinet, wat voor (succesvolle) initiatieven hebben politieke partijen de afgelopen kabinetsperiode ondernomen en wat zijn hun plannen voor de komende vier jaar? Dit zesde artikel gaat over de vrijheid van LHBTI-personen om te zijn wie ze willen zijn zonder bang te hoeven zijn voor discriminatie en uitsluiting.

Wat is er de afgelopen vier jaar gebeurd?

Voorafgaand aan de verkiezingen in 2017 ondertekenden acht politieke partijen het Regenboog Stembusakkoord: VVD, D66, GroenLinks, SP, PvdA, PvdD, 50PLUS en Artikel 1 (de voorloper van BIJ1).  CDA, PVV, ChristenUnie, SGP en DENK waren ook uitgenodigd, maar gaven aan die uitnodiging geen gehoor. Nu, voor de aankomende verkiezingen heeft het CDA overigens wel getekend. Hierover later meer.

 

Ontwikkelingen sekseregistratie

Eind 2016 nam de Tweede Kamer een initiatiefvoorstel van D66, GroenLinks en PvdA aan waarin werd voorgesteld de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) nader uit te werken zodat de Awgb van toepassing is op het volledige spectrum aan variaties van de discriminatiegrond geslacht. De Awgb moet dus ook bescherming bieden tegen het ongeoorloofd onderscheid maken op grond van een ieders geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie. Het vorige kabinet kondigde al aan het gebruik van sekseregistratie te verminderen, steeds meer gemeenten zouden bovendien genderneutraal communiceren met hun inwoners. Na de Tweede Kamerverkiezingen werd het onderwerp op de lijst met controversiële onderwerpen geplaatst. Dit betekende dat besluitvorming over het onderwerp werd uitgesteld tot de komst van een nieuw kabinet.

In de zomer van 2018 werd het wetsvoorstel van D66, PvdA en GroenLinks alsnog aangenomen. Alleen de PVV en de SGP stemden tegen. Een jaar later, in 2019, kreeg het wetsvoorstel ook de steun in de Eerste Kamer met opnieuw tegenstemmen van PVV en SGP.

De SP diende op 6 april 2017 een motie in om verplichte lessen over LHBTI-acceptatie op het mbo in te voeren. De motie werd aangenomen. Alle partijen in de Kamer stemden dinsdag vóór de SP-motie, behalve CDA, ChristenUnie, SGP, Forum voor Democratie en de VVD. Dat de VVD de motie niet steunde was verrassend omdat de VVD voor de verkiezingen het Regenboogakkoord had ondertekend.

Een jaar later op 19 april werd er met minister Van Engelshoven gesproken over het emancipatiebeleid. Tijdens deze vergadering werden vijf moties aangenomen, waaronder een motie van PvdA en D66 om binnen de Veiligheidsagenda 2019-2022 een actieplan op te nemen om het geweld tegen LHBTI-personen aan te pakken. Alleen CDA, ChristenUnie en SGP stemden tegen.

De naleving van het Regenboog Stembusakkoord werd ter sprake gebracht door D66 die de regering per motie vroeg het Regenboog Stembusakkoord zo snel mogelijk uit te voeren. De SP diende een motie in om actie te ondernemen tegen de 14% scholen die nog geen aandacht besteedden aan de kerndoelen met betrekking tot seksuele diversiteit. Dit gold voor scholen binnen het primair en het voortgezet onderwijs.

Op 5 juli 2017 volgde een motie van de VVD en de SP waarin de regering werd verzocht om samen met het NOC*NSF, de KNVB, andere sportkoepelorganisaties en LHBTI-belangenbehartigers tot een actieplan LHBTI-acceptatie te komen. Alleen de SGP stemde tegen deze motie.

 

Aanwijzing discriminatie

Op 1 januari 2019 werd de ‘Aanwijzing discriminatie’ van het OM vernieuwd door meer aandacht te schenken aan delicten (bijvoorbeeld mishandeling) met een discriminatie-aspect en aan delicten gericht tegen trans personen. Als er sprake is van een delict met een discriminatie-aspect kan dit leiden tot een hogere strafeis. In de nieuwe aanwijzing is de grond genderidentiteit voor strafverhoging expliciet opgenomen.

 

Nashville verklaring

Op 16 mei 2019 vond er een debat plaats over de LHBTI-monitor en de Nashville verklaring in connectie met het bespreken van het emancipatiebeleid. GroenLinks wees er tijdens het debat op dat Nederland naar nummer 12 is gezakt op de internationale ranglijst voor LHBTI-vriendelijke landen. Tevens is er een Nederlandse versie van de Nashville verklaring rondgegaan, een verklaring vanuit conservatieve hoek waarin onder andere staat dat mensen geen transgender persoon zouden mogen zijn en dat het huwelijk tussen twee mensen van gelijke sekse wordt afgekeurd. Deze ‘zonden’ zouden onderdrukt moeten worden. De verklaring ontving steun van duizenden mensen, waaronder van het SGP Kamerlid Van der Staaij. Kamerlid Özütok vroeg de minister van Emancipatie daarop zich duidelijk uit te spreken tegen alles wat er in deze verklaring stond.

Tijdens deze vergadering werden onderstaande vijf moties aangenomen:

  • Een motie van GroenLinks, PvdA, 50PLUS, PvdD en D66 over het beter waarborgen van de positie van Roze in Blauw binnen de politie. Roze in Blauw is een landelijk netwerk van de politie waar LHBTI-personen melding kunnen doen van strafbare zaken gerelateerd aan hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Dit willen de partijen doen door ook te kijken naar de rechtspositie van het netwerk. Daaraan toegevoegd zou Roze in Blauw een grotere rol kunnen vervullen bij het bijstaan van slachtoffers van LHBTI-geweld vanwege een gedeelde ervaring op deze discriminatiegrond.
  • Een motie van D66, GroenLinks, PvdA en PvdD over het verbeteren van de arbeidspositie van trans personen door een verzoek neer te leggen bij de regering om de belemmeringen die trans personen ondervinden op de arbeidsmarkt in kaart te brengen.
  • D66 en VVD dienden een motie in betreffende het naleven van het Coman-arrest, waarmee de weg is vrijgemaakt voor getrouwde partners van gelijk geslacht om ook over de grens zich te vestigen als echtpaar. Als reactie op de anti-LHBTI-krachten die in de EU terrein winnen, is het verzoek aan de regering om zich bij een passende volgende gelegenheid in de EU hierover uit te spreken.
  • PvdA, GroenLinks, 50PLUS, PvdD en D66 dienden een motiein waarin de regering werd verzocht een leerlijn (LHBTI-)discriminatie te ontwikkelen, en deze als een vast onderdeel op te nemen binnen de opleiding tot politieagent. De partijen vinden dat de meldings- en aangiftebereidheid over (LHBTI-)discriminatie omhoog moet.
  • Een motie van VVD, D66, GroenLinks en PvdA waarin de regering verzocht werd om met een wetsvoorstel te komen dat als doel heeft eenieder te bestraffen die de homoseksuele gerichtheid of genderidentiteit van een ander probeert te veranderen, te onderdrukken of uit te wissen. Deze motie werd op 16 mei ingediend, de (tweede) gewijzigde motie van 28 mei werd aangenomen.

Discriminatie op grond van seksuele gerichtheid toegevoegd aan grondwet

Er werd in 2019 een initiatiefvoorstel gedaan door D66, GroenLinks en PvdA dat betrekking heeft op het toevoegen van handicap en seksuele gerichtheid als verboden grond van discriminatie aan artikel 1 van de Grondwet. Het voorstel is op 30 juni door de Tweede Kamer aangenomen.

 

Vergoeding van kunstmatige inseminatie 

In 2019 was er een toename van meldingen van discriminatie op grond van seksuele gerichtheid (van 4% naar 9%). Reden hiervoor was (waarschijnlijk) de hierboven besproken Nashville verklaring maar ook het mogelijk stopzetten van de vergoeding voor kunstmatige inseminatie van zowel lesbische vrouwen als alleenstaande vrouwen.  Minister Bruins van Medische Zorg gaf hiervoor als reden dat er geen sprake is van een medische indicatie: “Bij een man met semen zonder zaadcellen of zaadcellen van onvoldoende kwaliteit is er sprake van een vruchtbaarheidsprobleem ten gevolge van een aandoening, stoornis of een ziekte. Dat geldt als een medische indicatie in de context van de Zorgverzekeringswet. Dat is niet het geval bij het ontbreken van een mannelijke partner.” Het kwam de minister op kritiek te staan van D66 en de PvdA. Zo stelde Ploumen van de PvdA op 6 maart 2019 Kamervragen over het onderwerp.

Belangenorganisatie COC was een van de initiatiefnemers van een petitie die ruim 97.000 keer werd ondertekend. Mede hierdoor zag minister Bruins van zijn besluit af en werd de medische behandeling in ieder geval in 2020 nog vergoed.

 

Excuses oude Transgenderwet

Op 30 november 2020 boden de minister voor Rechtsbescherming en de minister voor Emancipatie, in een brief excuses aan voor de oude Transgenderwet, die van 1985 tot 2014 van kracht was. De wet stelde verschillende voorwaarden aan om wijziging van geslachtsaanduiding in het geboorteregister, zoals aanpassing van het lichaam aan het gewenste geslacht en een onomkeerbare sterilisatie. Het Transgendercollectief heeft de Staat eind 2019 aansprakelijk gesteld voor het leed dat door deze wet is aangedaan en eiste erkenning, excuses en financiële genoegdoening. Het kabinet heeft excuses en een financiële tegemoetkoming van 5000 euro toegezegd.
Voor dit overzicht is gebruik gemaakt van onze publicatie Discussie en besluitvorming in de Tweede Kamer over racisme en discriminatie 2017-2020 die gebaseerd is op onderzoek in het digitaal archief van de Tweede Kamer en publicaties op het internet waaronder de voortreffelijke overzichten (Stemmingen en koersen) die Radar publiceert. 

 

Wat hebben de partijen in hun verkiezingsprogramma’s staan?

We hebben hiervoor gekeken naar de programma’s van de eerste 15 partijen op de kieslijst.  Daarnaast is het verkiezingsprogramma van NIDA meegenomen. Hierbij is vooral gekeken naar de ‘bulletpoints’ met de belangrijkste punten die in ieder verkiezingsprogramma terugkeren.

Disclaimer: het is belangrijk te beseffen dat wanneer één partij een specifiek voorstel doet, dat nog niet betekent dat andere partijen dat voorstel niet steunen. Ze hebben het alleen niet in hun verkiezingsprogramma opgenomen.

In het onderstaande overzicht enkele punten die in meerdere verkiezingsprogramma’s voorkomen. Daaronder, onder het kopje opvallend, nog een selectie van enkele andere punten.

U kunt het overzicht ook (groter) in een apart scherm als pdf bekijken.

Opvallend:

  • GroenLinks geeft aan dat zelfidentificatie leidend moet zijn in het bepalen of iemand die in Nederland asiel zoekt LHBTQIA+ is. Daarnaast wil de partij een onafhankelijke geschillencommissie voor afgewezen LHBTQIA+ asielzoekers.
  • Het CDA heeft het in hun verkiezingsprogramma nauwelijks over de LHBTQIA+ gemeenschap behalve onder het kopje: ‘onze families en gezinnen’.  Daar schrijft de partij: “ieder gezin of familie is een thuis. Het maakt geen verschil of je alleen woont, met zijn tweeën of met meer; in een traditioneel gezin, in een samengesteld gezin, als alleenstaande ouder of in een regenbooggezin.” Ook staat er in het programma dat partners die de verantwoordelijkheid dragen voor het opvoeden van kinderen daarvoor juridisch de ruimte voor moeten krijgen.
  • De ChristenUnie wil “meer gespecialiseerde hoor- en beslismedewerkers bij de IND om de geloofwaardigheid van een bekeringsverhaal en/of geaardheid goed te kunnen beoordelen.” Daarnaast geeft de partij aan tegen een wettelijke regeling van meerouderschap of meeroudergezag te zijn. Deze regeling staat volgens de partij “haaks op het uitgangspunt van biologisch ouderschap.”
  • De SGP wil dat het ‘klassieke gezin’ (vader, moeder en kinderen) een plaats in de Grondwet krijgt. De partij wil ook dat in regelgeving en beleid “de unieke status van het huwelijk van één man en één vrouw, de relatie waaruit op natuurlijk wijze kinderen worden geboren” tot uitdrukking komt. Ook wil de partij dat ambtenaren van de burgerlijke stand op grond van hun geweten hun medewerking aan een ‘homohuwelijk’ kunnen weigeren. De partij is ook tegen het wijzigen van geslachtsregistratie en het vereenvoudigen hiervan.
  • De SP maakt ook niet veel woorden vuil aan de LHBTQIA+ gemeenschap. De partij schrijft wel dat zij discriminatie van LHBTI’s gaan aanpakken en dat de politie en het OM “meer mensen en mogelijkheden om discriminatie van onder meer LHBTI+’ers te onderzoeken en te vervolgen” krijgen. Ook wil de partij dat artikel 23 op de schop gaat en geeft aan dat “de vrijheid om een school te stichten mag nooit een vrijbrief zijn om jongeren buiten te sluiten. Elke school dient elke leerling te accepteren en mag deze niet weigeren op basis van de levensovertuiging of geaardheid.”
  • DENK schrijft in het verkiezingsprogramma dat het zeer hecht “aan een intersectionele aanpak om discriminatie tegen te gaan en gelijkwaardigheid te bevorderen.” Er moet volgens de partij aandacht zijn voor alle specifieke vormen van uitsluiting en er moet gekeken worden hoe deze verband met elkaar houden: “Dat geldt voor anti-zwart racisme, voor homohaat, voor seksisme, voor moslimhaat en alle andere vormen van uitsluiting.”
  • BIJ1 heeft in het programma de zorg voor trans personen apart opgenomen. BIJ1 geeft aan in het recht op zelfbeschikking van transgender personen te geloven en wil dan ook dat de psychische beoordeling van trans personen stopt: “trans personen verdienen de vrijheid om zelf te bepalen of zij transgender zijn.” Ook heeft BIJ1 opgenomen dat een genderwijziging zonder beoordeling en zo vaak als nodig mag gebeuren. De partij vraagt extra aandacht voor LHBTQI+ mensen in AZC’s en in het bijzonder voor trans personen.
  • Volgens NIDA heeft “niemand het recht een ander te discrimineren. Racisme, antisemitisme, islamofobie, homofobie, seksisme, afrofobie, of welke discriminatievorm dan ook; ze komen allemaal voort uit dezelfde haat en woede.” NIDA noemt LHBTI in hun partijprogramma alleen om aan te geven dat het huidige buitenlandbeleid zich beperkt tot actieve hulp aan christenen, LHBTI’s en atheïsten en dat islamitische minderheden over de gehele wereld gelijkwaardige hulp verdienen.
  • 50PLUS geeft aan voor “het bevorderen van de acceptatie van en tolerantie ten opzichte van LHBTIQ-gemeenschap en daarmee het verbeteren van de positie van de LHBTIQ-doelgroep” te zijn. Dieper gaat 50PLUS in het partijprogramma niet in op de LHBTQIA+ gemeenschap.
  • JA21 schenkt ook bijna geen aandacht aan de LHBTQIA+ gemeenschap. De partij geeft alleen aan dat alle “staatsburgers bij Nederland [horen], onafhankelijk van afkomst, geslacht, seksuele oriëntatie of andere persoonlijke kenmerken.”
  • De PVV spreekt in het programma twee keer over ‘homo’s’ en (net als met ‘vrouwen’) als groep die ‘beschermd’ moet worden tegen de moslimgemeenschap. LHBTI of een variatie daarop komt geen enkele keer voor in het verkiezingsprogramma.
  • De FvD geeft in het partijprogramma aan tegen het invoeren van een diversiteitsquota te zijn, dit betekent ook “geen speciale LHBTI-convenanten”. De partij staat bijzonder kritisch tegenover identiteitspolitiek. Volgens de partij is identiteitspolitiek een excuus om in slachtofferschap te gaan hangen met als doel voorgetrokken te worden “omdat die groepen een bepaalde etnische of seksuele ‘identiteit’ zouden bezitten. Dit zou dan onvermijdelijk andere mensen benadelen.

 

Stembusakkoord

Afgelopen zaterdag sloten acht partijen opnieuw een Regenboog Stembusakkoord. Voor het eerste tekende ook het CDA dit akkoord. Het akkoord werd getekend door Mark Rutte (VVD), Wopke Hoekstra (CDA), Sigrid Kaag (D66), Jesse Klaver (GroenLinks), Lilian Marijnissen (SP), Kirsten van den Hul (PvdA), Esther Ouwehand (PvdD) en Liane den Haan (50PLUS).
Volt, BIJ1, Code Oranje en de Piratenpartij hebben inmiddels laten weten het Regenboog Stembusakkoord ook te onderschrijven.

Meer lezen over de verkiezingsprogramma’s? Lees het uitgebreide overzicht op de website van KIS

De artikelen uit deze reeks verschijnen op Republiek Allochtonie en op de verkiezingspagina van het Comité 21 maart.

 

 

Sorry, the comment form is closed at this time.