Een strijder zijn leven lang: nooit meer Auschwitz, herdenken Februaristaking, en antiracist in hart en nieren.
Amsterdam, 12 maart 2021
Door Rob Marijnissen
Max van den Berg (94) is herstellende van Corona als ik hem eind februari bezoek om met hem te spreken over de antiracismebeweging waar hij al vele jaren deel van uitmaakt, en over zijn levenslange strijd tegen onrecht en voor een rechtvaardige wereld.
Ik vertel hem hoeveel zorgen we ons als 21 maart comité hebben gemaakt over zijn gezondheid en hoe blij we zijn dat het hem wonderbaarlijk genoeg gelukt is het virus te overwinnen. “Ja, als je de verhalen hoort is dat ongelooflijk zegt hij, maar het gevolg is een enorme vermoeidheid, ik kan niet staan zonder steun. Zo verzwak je, en dat is heel erg vreemd. Maar dit hier werkt nog”, zegt hij wijzend op zijn hoofd. “Hij wil ook weer verder “, zegt zijn vrouw Noor. En dat is te zien: Max is omringd door recente boeken over het koloniale verleden van Nederland en vertelt er enthousiast over.
De Andreaspenning
Max heeft onlangs de Andreaspenning van de Stad Amsterdam ontvangen. “In het protocol van de penning vind je een verhaal waarom je hem krijgt. Iemand kan er een krijgen omdat hij fantastisch aan de woningbouw heeft bijgedragen. Deze penning is mij gegeven vanwege het voortdurend voortzetten van het gedachtegoed van de Februaristaking. Dus dat heeft allemaal met racisme en discriminatie te maken.”
De Andreaspenning heeft Max mogen ontvangen op voordracht van Stichting 1940-1945 waarvan hij nog steeds redacteur is en van het Verzetsmuseum waarvan hij medeoprichter is. Hij beschouwt deze penning ook als een eerbetoon aan het comité 21 maart waarvan hij ruim een jaar actief lid is.
Koloniaal verleden
“Ik ben in de eerste helft van Revolusi, van David van Reybrouck. Het is echt ongelooflijk wat hij doet. Zoveel details en feiten. Ik lees er nu over hoe verbaasd de Nederlanders waren dat de Indonesiërs zo enthousiast waren toen de Japanners kwamen, dat de Indonesiërs sympathiseerden met de Japanners. Die Nederlanders hadden totaal geen idee wat het koloniale bewind teweeg had gebracht. De invloed van het koloniale denken is altijd sterk geweest in Den Haag. De oorlogsmisdaden die Nederland heeft begaan. Dat archief van alle misdaden van de Nederlanders lag al jaren op de Leidse Universiteit afdeling Tropen en er is nooit over gesproken. Ook door al die hoogleraren niet. Een Zwitser (Remy Limpach) moest een boek schrijven over de brandende kampongs van Generaal Spoor. Een Belgische journalist moest schrijven over de Indonesische vrijheidsstrijd. Nederland heeft dat verborgen gehouden. Dat is het kolonialisme en ook het racisme. Want kolonialisme is een vitaal deel van racisme. Het blanke superioriteitsgevoel.
Ken je “De wraak van Diponegro”, over de Javaanse prins die al in 1825 een opstand tegen de Nederlandse koloniale overheersing leidde? Als je nu op google zoekt op ”de Javaanse oorlog “dan staat er dat er 7000 Nederlandse militairen en 5000 KNIL militairen, de Ambonezen zijn omgekomen. Het aantal slachtoffers aan Javaanse zijde is onbekend.” Maar er zijn 200.000 Javanen omgekomen.
De waarheid komt nu boven tafel door dit soort boeken.
Het zwaard van Diponegro ligt nu in het rijksmuseum. Het moet terug naar Indonesië.
Het koloniaal verleden is een grandioos probleem. Het idee dat Nederland Indonesië verloor.
En dat Nederland na de oorlog weer gewoon terug wou komen, dat stuitte op een enorm verzet. Dat heeft zoveel gekost, die troepen ernaartoe, die enorme boten. Nederland stond op het punt om failliet te gaan. Het heeft allemaal miljoenen gekost.
We hebben gestaakt tegen die troepenzendingen in 1946. En dat zouden we dit jaar herdenken, maar het ging niet door vanwege Corona. Ik denk wel dat daar heel veel mensen op af kunnen komen. We moeten dat gaan doen.
Nooit meer Auschwitz
Mijn belangrijkste ervaring die beslissend is geweest voor de rest van mijn leven is dat tijdens de 2e wereldoorlog de Gestapo bij ons thuis kwam en mijn oom, tante en mijn neefje Jopie, die ook mijn beste vriend was, arresteerden als Joodse mensen waarna zij in het concentratiekamp Auschwitz om het leven zijn gekomen. Dit heeft zo’n schok gegeven.
Auschwitz is de ultieme uitvoering van racisme. Er is een monument gemaakt door Jan Wolkers dat heet: Nooit meer Auschwitz. En dat is de kern van mijn leven. Zo is het begonnen.
Ik heb de eerste Auschwitz bijeenkomst georganiseerd, in de aula van de begrafenisondernemer in de PC Hooft straat. Daar is een urn met as uit Auschwitz neergezet. Daar zouden de mensen uit eerbied omheen lopen en bloemen leggen. Daar zijn duizenden mensen bij geweest, die stonden daar uren en uren in de stromende regen. De grootste Auschwitz herdenking die er ooit is geweest, dat was in 1952. Ik zal je vertellen hoe de wereld veranderd is. Een groot deel van de Joodse bevolking en vooral officiële Joodse bobo’s waren tegen een herdenking. De leuze was “niet terugkijken maar vooruitkijken, Nederland opbouwen”. Niet terugkijken naar dingen die vervelend zijn geweest. Heel langzaam is die stemming veranderd. In het begin was het Auschwitz comité ook een strijdcomité: Nooit meer Auschwitz. Geleidelijk aan is dat veranderd in een soort religieuze herdenkingsbijeenkomst.
In het begin is het Auschwitzcomité vervolgd door de binnenlandse veiligheidsdienst, men vond het een gevaarlijk comité, er zaten ook communisten in. Het was in de tijd van de koude oorlog. Auschwitz lag in Polen. De comités in diverse landen in Europa zijn opgericht naar aanleiding van een oproep van de president van Polen die zelf in Auschwitz had gezeten, om er heen te gaan met delegaties. Er is ook uit Nederland een delegatie gegaan met een stuk of tien mensen en die kwamen terug met die urn. Toen is er besloten om een groot monument te maken in Auschwitz onder leiding van de beeldhouwer Moore. Daar zou geld voor bij elkaar gebracht worden door alle landen die onder de Duitse bezetting hebben gezeten. Maar in Nederland mocht er niet ingezameld worden als gevolg van de koude oorlog. Het monument is er nooit gekomen want het werd te duur.
In Nederland is de urn geplaatst op de Oosterbegraafplaats. Het comité heeft geld ingezameld en Jan Wolkers heeft eraan bijgedragen met zijn monument dat uit gebroken glas bestaat waarin je de lucht weerspiegeld ziet.
De Februaristaking
De Februaristaking is heel belangrijk geweest. Ik was toen 14 jaar. Ik ben er ook actief in geweest. Eind februari haalde mijn vader, die huisschilder was, zijn verf op in de Amstelstraat, en hoorde toen voor het eerst dat er Joden vervolgd werden over de Blauwbrug. Ik ging op 25 februari naar school in de Zocherstraat, de 3-jarige HBS. We waren daar rond kwart voor 9 met elkaar aan het praten en plotseling kwamen er tramconducteurs vanuit de Havenstraat de Overtoom op en zeiden: “wij staken tegen de jodenvervolging”. Toen zei ik met twee vrienden van mij: “dan gaan wij ook staken”. We hebben alle schooltassen over de weg gelegd, zodat de mensen met hun fietsen over het trottoir verder moesten lopen. We hebben een schoolstaking georganiseerd. Dat is niet gelukt want we waren jongetjes, en de meester kwam na een half uur woedend naar buiten: “wie nu niet naar school gaat die hoeft niet meer terug te komen”. En daar schrokken ze wel van, geleidelijk gingen ze naar binnen. Maar met een klein groepje zijn we doorgegaan, en hebben we de hele dag door de stad gelopen, met allemaal opgewonden toestanden, er waren overal groepjes en discussies, de trams stonden stil. Het was erg leuk. Twee dagen later moesten we bij de directeur komen. Maar ja hij vond het zelf ook verschrikkelijk wat er gebeurde. Er was pas een Joodse tekenleraar ontslagen door de Duitse bezetter. Hij voelde wel sympathie voor ons. Toen vond ik die directeur een verschrikkelijke lafbek, later toen ik ouder werd begreep ik wel dat hij ook zijn verantwoordelijkheid had. Dat was mijn eerste actie.
Progil
Een andere belangrijke actie, de start van de milieubeweging was de actie tegen Progil in de jaren zestig. Wij woonden in Osdorp. Progil was een fabriek die heel gevaarlijk was met explosieve stoffen, die via tankauto’s door de tuinsteden moesten worden weggevoerd. Dat was buitengewoon gevaarlijk. Dat werd er door het gemeentebestuur doorgedrukt omdat het werkgelegenheid was. Wij kwamen tot de conclusie dat er 60 mensen kwamen te werken, zoveel was het ook weer niet. Het gemeentebestuur dat bestond uit de PvdA wilde niet wijken, en de meeste mensen in de westelijke tuinsteden waren sociaaldemocraten.
Toen zijn wij als communisten met een petitie begonnen tegen Progil. Eerst begonnen we met 10 handtekeningen, toen duizend en op een gegeven moment hadden we 50.000 handtekeningen. Want iedereen vond het een heel griezelige toestand.
We hadden grote bijeenkomsten georganiseerd. Wat gebeurde er? We hadden een comité opgericht en we werden op het stadhuis uitgenodigd door burgemeester Samkalden. Er zaten gemeenteraadsleden in de zaal, en wij als comité en Samkalden. Wij vertelden dat het levensgevaarlijk was. Eén van de leden zei: “Voor hetzelfde geld stort er een vliegtuig op die fabriek, en dan vliegt heel Amsterdam West in de fik”. Samkalden belde onmiddellijk met Schiphol en zei: “Er gaan geen vliegtuigen die richting uit”.
Langzamerhand zag je de gemeenteraadsleden onder druk van de handtekeningen veranderen. En op een gegeven moment hadden we de meerderheid en was iedereen tegen Progil waarna die fabriek werd afgezegd.
Dat is de eerste grote tastbare milieubeweging geweest, echt concreet.
Een van de problemen nu met de milieubeweging is dat het vaak te algemeen is, niet concreet genoeg. De rechtszaak tegen Shell vind ik wel een goed voorbeeld.
Met actievoeren moet het gaan om concrete punten die de mensen aanspreken. Een actie moet aan een aantal voorwaarden voldoen. A: Het doel moet duidelijk zijn. B: de meerderheid van de mensen moet het daar mee eens zijn. C: De derde voorwaarde is dat men moet inzien dat het mogelijk is om het tegen te houden. Je hebt ook acties die wel rechtvaardig zijn maar waarvan iedereen van tevoren weet dat je tegen een muur loopt.
Voor 14, zwarte piet en over de SP
De “Voor 14 beweging” is een goed voorbeeld. Gewoon: het minimumloon moet omhoog naar 14 euro per uur. Je ziet nu overal “14 “verschijnen. En je ziet nu ook dat dat in verkiezingsprogramma’s een beetje naar voren komt, dus dat dringt wel door.
De Zwarte Piet actie is een politieke actie. Er was grote weerstand tegen, maar die mensen hebben een concreet punt. Het gaat om racisme, een concreet punt tegen racisme. Daar kan je over discussiëren. En heel langzaam zie je dat de mensen beginnen te begrijpen dat achter Zwarte Piet racisme zit. Maar dat is een omschakeling. Totdat een meerderheid van de bevolking het overneemt, en dan breekt het door.
Ik vind dat de linkse partijen te veel meedenken met de regering. Het parlement is meer een aanhangsel van de regering, in plaats van dat ze oppositie voeren, dat ze de regering bekritiseert en aanvalt.
Ik heb ook grote problemen met de SP, waar ik zelf lid van ben. De SP heeft een tunnelvisie. Het komt neer op: hogere lonen en lagere prijzen. Het is een volkomen sociaaleconomisch project. En ze verwaarlozen op alle mogelijke manieren het vraagstuk van racisme en discriminatie, daar wordt niet over gesproken. Terwijl het één van de essentiële dingen nu is in het land, het institutioneel racisme. Als je daar niet je strijd voor betere omstandigheden mee combineert dan wordt het niks. Laat ik het concreet stellen: De SP komt op voor de mensen die het het aller slechtste hebben in de samenleving. Maar wie zijn dat? Voor het grootste deel mensen met een migratie achtergrond. Als je niet het probleem van racisme centraal stelt dan bereik je weinig. De SP zou haar politiek van de strijd voor betere levensomstandigheden moeten combineren met de strijd tegen racisme, bij sollicitatie, bij promotie, bij het vinden van een stageplek, etc.”.
Gevaar van nu
Nu heb je Baudet voor het intellectuele volk en Wilders voor het klootjesvolk. Dit zijn twee componenten van discriminatie en racisme.
Maar het grootste gevaar is niet die twee zelf, maar de grote massa die wegkijkt. Het wegkijken is gevaarlijk. Het normaliseren van deze groepen in de pers en op de radio. Alsof het gewone groepen zijn die ook meedoen, in plaats van dat duidelijk wordt dat het racistische bewegingen zijn. Die tegen de grondwet zijn, de grondwet verbiedt racisme. Er wordt onvoldoende weerstand geboden. Er moeten veel meer ingezonden brieven in de kranten komen. De redacties van kranten moeten veel meer gewaarschuwd worden. Er moet een beweging komen die zich daar tegen verzet”.
Noor zijn vrouw reageert: “Wilders is elke dag op de media, bij elk debat hoor je hem weer”.
Max: “Bij alles wat in de Kamer aan de orde komt wordt aan Wilders gevraagd, ”en meneer Wilders wat vindt u ervan?” De man wordt gepopulariseerd, en dat moet tegengegaan worden. Dat moet bekritiseerd worden. Het lijkt of de mensen ervoor wijken. Er wordt niet opgetreden, er wordt niet gezegd “die man is een racist”. Het wordt genormaliseerd, en dat is het grote gevaar, alsof het een gewone beweging is die er ook bij hoort. Zo van “Goh, ze worden steeds groter”.
Kranten hebben een zogenaamde objectiviteit en die vinden het allemaal gewoon leuk nieuws, en dat brengen ze. Maar zo brengen ze Wilders en Baudet naar voren, ze bestrijden het niet. Er komt nauwelijks een kritisch artikel, slechts een enkele keer. Er moet veel meer kritisch worden opgetreden zowel in de kamer als in de politieke partijen.
Met dank aan Marijn Rümke voor het uitschrijven van de opname en de redactie.
Sorry, the comment form is closed at this time.