Wat deden de politieke partijen tegen arbeidsmarktdiscriminatie en wat willen ze gaan doen?
Amsterdam 14 maart 2021
Door Floor Boots en Ewoud Butter
In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen kijken we in een reeks artikelen naar verschillende vormen van racisme, discriminatie en uitsluiting. Wat was het beleid van het kabinet, wat voor (succesvolle) initiatieven hebben politieke partijen de afgelopen kabinetsperiode ondernomen en wat zijn hun plannen voor de komende vier jaar? Dit vijfde artikel van Floor Boots en Ewoud Butter gaat over discriminatie op de arbeidsmarkt, waaronder stagediscriminatie.
Het vorige kabinet, Rutte II (VVD en PvdA), startte in 2014 met het ‘Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie’. Het derde kabinet Rutte (VVD, CDA, D66, ChristenUnie) schreef in haar regeerakkoord hieraan een vervolg te willen geven door “arbeidsdiscriminatie met kracht” aan te pakken “en een actief diversiteits- en antidiscriminatiebeleid te gaan voeren”.
Een paar maanden na het aantreden van het nieuwe kabinet, in januari 2018, werd het kabinet tot spoed gemaand met een aangenomen motie van D66 en PvdA waarin de regering werd verzocht om voor 1 juni 2018 met een vernieuwd actieplan arbeidsmarktdiscriminatie te komen en daarin voorstellen te doen om de handhavende rol van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) te versterken.
Op 19 juni 2018 werd het ‘Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie 2018-2021’ gepresenteerd, dat later dat jaar, op 22 november werd gevolgd door een uitwerking in het ‘Implementatieplan Arbeidsmarktdiscriminatie 2018-2021’. Hierin werd onder andere aangekondigd dat:
- De bevoegdheden van de Inspectie SZW worden verruimd, zodat deze niet alleen kan optreden tegen discriminatie op de werkvloer, maar ook tegen discriminatie tijdens het werving- en selectieproces. Hiertoe zal de Arbeidsomstandighedenwet gewijzigd moeten worden.
- Er instrumenten worden ontwikkeld om vooroordelen bij werving en selectie tegen te gaan.
- Kennis over discriminatie en uitsluiting op de arbeidsmarkt onder werkgevers vergroot wordt en er meer bewustwording gecreëerd wordt.
De aanpak van het kabinet richtte zich op discriminatie op gronden als leeftijd, afkomst, sekse, handicap en seksuele gerichtheid. Door middel van vijf verschillende onderzoeken is er kennis verzameld over (onbewuste) vooroordelen en discriminatie in de werving- & selectie praktijk.
Met het Programma Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt (VIA) onderzoekt het kabinet onder andere wat werkt om de arbeidsmarktpositie van mensen met een niet-westerse migratieachtergrond te verbeteren.
Door de Inspectie SZW zijn in 2019 240 verkennende inspecties uitgevoerd bij bedrijven en intermediairs op de arbeidsmarkt. Ook is er een netwerk opgezet van experts en betrokken organisaties waarbinnen kennis en signalen over arbeidsmarktdiscriminatie worden gedeeld. Het gaat om organisaties als de antidiscriminatievoorzieningen (Adv’s), het College voor de Rechten van de Mens, de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en het UWV.
De Tweede Kamer heeft de afgelopen jaren diverse malen door middel van moties gevraagd om een aanscherping van het beleid. Hieronder noemen wij enkele aangenomen moties:
- Een motievan SP en PvdA waarin werd gesteld dat de rijksoverheid als werkgever, alle middelen moet inzetten om discriminatie op de werkvloer te voorkomen en daarover moet rapporteren in de voortgangsrapportage.
- Een motievan 50PLUS waarin de regering werd uitgenodigd te verkennen hoe de effectiviteit van beleid om arbeidsmarktdiscriminatie tegen te gaan beter kan worden vastgesteld.
- Een motievan DENK waarin verzocht wordt maatregelen te nemen ten aanzien van werkgevers die gericht zijn op het vergroten van (juridische) kennis over discriminatie.
- Een motie van DENK waarin wordt voorgesteld dat de Inspectie SZW vaker een beroep doet op de inzet van mystery guests en mystery calls.
- Een motie van 50PLUS waarin de regering wordt opgeroepen het goede voorbeeld te geven en de ruimte voor (instroom van) 50-plussers bij de rijksoverheid maximaal te benutten.
Stagediscriminatie
Over discriminatie op de arbeidsmarkt wordt in de Tweede Kamer al langer gesproken, maar over stagediscriminatie pas sinds maart 2016. Het onderwerp werd geagendeerd door het onderzoek Mbo en de stagemarkt van Eva Klooster, Suzan Koçak, Mehmet Day dat in maart 2016 bij KIS verscheen. Het onderzoek leidde tot vragen van de Kamerleden Jadnanansing en Marcouch (PvdA) en van Kuzu (toen nog groep Kuzu/Öztürk). Naar aanleiding van de vragen van deze laatste schreef toenmalig minister van Onderwijs Bussemaker een brief waarin enkele maatregelen werden aangekondigd.
Het nieuwe kabinet liet ook onderzoek doen: naar de overgang van het mbo naar de arbeidsmarkt (door SEO) en naar hoe de arbeidsmarktkansen van hbo’ers met een migratieachtergrond vergroot kunnen worden (door ROA en Eva Klooster). Uit een brief van de minister van onderwijs bleek verder dat er onderzocht wordt wat effectieve interventies zijn om stagediscriminatie tegen te gaan en werden er projecten ontwikkeld die gericht zijn op het vergroten van bewustwording bij leerbedrijven, mbo-scholen en studenten. Verder werd een campagne tegen stagediscriminatie gepland, is er naar aanleiding van een aangenomen motie van GroenLinks en CDA een meld app voor stagediscriminatie ontwikkeld en heeft de minister van OCW toegezegd de inzet van een diversiteitscoach te willen verkennen.
Op verzoek van GroenLinks wordt onderzocht of de training ‘Selecteren zonder vooroordelen’ van het College voor de Rechten van de Mens een verplichtend karakter kan krijgen voor bedrijven die een erkend leerbedrijf willen worden.
De corona-crisis beperkt de mogelijkheden voor studenten om stage te lopen. In een brief op 2 oktober 2020 liet de minister van onderwijs Van Engelshoven weten dat er daarom maatregelen worden getroffen om het aantal stages en leerbanen in het mbo op peil te houden ten tijde van corona. Verder werden de volgende maatregelen aangekondigd:
- De campagne #KIESMIJ. Via het online platform nlkunnen studenten, maar ook scholen en onderwijsinstellingen, meer informatie vinden over wat stagediscriminatie eigenlijk is, maar vooral over wat je ertegen kunt doen en hoe je het kunt melden.
- Om docenten, mentoren, stagebegeleiders en -coördinatoren over de juiste informatie en tools te laten beschikken om studenten te kunnen helpen wordt in samenwerking met de mbo-raad een kennispunt Gelijke kansen, Diversiteit en Inclusie(GDKI) gelanceerd.
- In de brief gaf de minister aan dat er vanuit de jongerenorganisaties werd aangegeven dat een app wellicht niet het beste middel is om melding te maken van stagediscriminatie
- Op grond van een voorstelvan Van Meenen (D66) zal een pilot gestart worden waarbij mbo-instellingen verantwoordelijk zijn voor sollicitatieprocedures (deze verantwoordelijkheid ligt nu nog bij de leerbedrijven).
Uitzendbureaus
In januari 2018 bleek uit een uitzending van consumentenprogramma Radar dat 47% van de 78 uitzendbureaus die door redacteuren werden gebeld rekening wilde houden met discriminerende wensen van een opdrachtgever. 14 procent legde de verantwoordelijkheid bij de opdrachtgever neer, 36 procent zei ‘nee’ en 3 procent nam geen beslissing.
In verschillende moties werd het kabinet opgeroepen om hier aandacht aan te besteden. We geven hieronder enkele voorbeelden van aangenomen moties:
- Omdat de Inspectie SZW onvoldoende mogelijkheden heeft om in te grijpen, wordt de regering via een motievan de SP verzocht ervoor te zorgen dat uitzendbureaus bestraft worden indien zij zich schuldig maken aan arbeidsmarktdiscriminatie.
- D66 en het CDA pleiten in twee aangenomen moties voor een meldplicht bij discriminerende verzoeken aan uitzendbedrijven.
- In een gezamenlijke motievan D66, PvdA, CDA, SP en GroenLinks wordt de regering verzocht in gesprek te gaan met de uitzendsector over bijvoorbeeld het inzetten van mystery guests om expliciet te controleren op discriminatie. In een andere motie van GroenLinks en PvdA worden ook mystery calls als instrument genoemd.
- De SP kreeg voldoende steun voor een motie waarin werd voorgesteld dat overheden voor een bepaalde periode geen zaken meer doen met uitzendbureaus die veroordeeld zijn voor discriminatie.
- PvdA en GroenLinks kregen een meerderheid voor een motie waarin de regering werd verzocht om met de uitzendbranche in gesprek te gaan om het SNA-keurmerk met een actieve antidiscriminatiebepaling aan te scherpen, zodat discriminatie bij alle uitzendbureaus kan worden uitgebannen.
- Ook was er een meerderheid voor een motie van SP, PvdA, GroenLinks en PvdD om het verbod op discriminatie te betrekken bij de kwaliteitseisen voor uitzendbureaus.
Tijdens het debat over institutioneel racisme werd een motie van PvdA en D66 verworpen waarin werd voorgesteld dat de overheid alleen nog opdrachten geeft aan organisaties en bedrijven die een stevig antidiscriminatiebeleid voeren en dat er geen zaken meer worden gedaan met organisaties en bedrijven die zich stelselmatig schuldig maken aan discriminatie of racisme. Deze motie kreeg steun van D66, GroenLinks, SP, PvdA, ChristenUnie, PvdD, 50PLUS, DENK en Groep Krol/vKA.
In een brief van 3 december 2020 schreef minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de voortgang van het wetsvoorstel ‘Toezicht gelijke kansen bij werving en selectie’. Deze wet zal intermediairs ertoe verplichten een werkwijze te gebruiken die gericht is op het creëren van gelijke kansen, zowel tijdens het wervingsproces als bij het plaatsen van arbeidskrachten. Minister Koolmees gaf aan dat het wetsvoorstel ter advisering bij de Raad van State ligt.
Een meldcode bij discriminerende verzoeken, die wordt opgesteld naar aanleiding van de in 2019 ingediende en aangenomen motie van Van Weyenberg (D66) en Peters (CDA), wordt waarschijnlijk in mei 2021 ingediend bij de Tweede Kamer.
Naar aanleiding van een aangenomen motie van de SP zal een verbod op discriminatie ook worden opgenomen bij de kwaliteitseisen die aan uitzendbureaus gesteld zullen worden.
Diversiteitsbeleid: charter diversiteit
Om diversiteitsbeleid te promoten, wordt veel waarde gehecht aan het Charter Diversiteit, een Europees initiatief waaraan 24 landen meedoen. Het Charter is een intentieverklaring en richt zich op werkgevers uit de publieke en private sector. Door het Charter te ondertekenen committeert een organisatie zich aan zelf opgestelde doelen om diversiteit en inclusie op de werkvloer te bevorderen. Nadat alle ministeries het Charter hadden ondertekend, werd de ‘Checklist diversiteitsbeleid gemeenten’ gepubliceerd.
Dankzij aangenomen moties van DENK en D66 worden nu ook decentrale overheden en semipublieke instellingen en andere lagen van het openbaar bestuur met klem aangespoord het Charter Diversiteit te ondertekenen.
In november 2020 stelde Özturk (DENK) in een motie voor om het Charter Diversiteit als voorwaarde mee te nemen bij grote aanbestedingen van de overheid. Deze motie van DENK kreeg alleen steun van GroenLinks, PvdA, SP, PvdD, 50PLUS en het Kamerlid Van Kooten-Arissen (nu Splinter). Dat was onvoldoende om te worden aangenomen.
In december 2020 dienden Bouali (D66) en Alkaya (SP) tijdens de behandeling van de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een motie in waarin werd voorgesteld het ondertekenen van het Charter Diversiteit te bevorderen onder organisaties die subsidie ontvangen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze motie werd aangenomen. De VVD, PVV, FvD, SGP en het Kamerlid Van Kooten-Arissen (nu Splinter) stemden tegen.
Wat hebben de partijen in hun verkiezingsprogramma’s staan?
We hebben hiervoor gekeken naar de programma’s van de 15 partijen die worden behandeld in het overzicht van KIS. Daarnaast is het verkiezingsprogramma van NIDA meegenomen. Hierbij is vooral gekeken naar de ‘bulletpoints’ met de belangrijkste punten die in ieder verkiezingsprogramma terugkeren.
Disclaimer: het is belangrijk te beseffen dat wanneer één partij een specifiek voorstel doet, dat nog niet betekent dat andere partijen dat voorstel niet steunen. Ze hebben het alleen niet in hun verkiezingsprogramma opgenomen.
In het onderstaande overzicht enkele punten die in meerdere verkiezingsprogramma’s voorkomen. Daaronder, onder het kopje opvallend, nog een selectie van enkele andere punten.
Het overzicht hieronder is ook hier als pdf te bekijken.
Nog enkele opvallende punten:
DENK wil dat er een Wet Omkering Bewijslast Discriminatie komt. Instituties moeten dan zelf aantonen dat ze niet discrimineren.
Een aantal partijen zijn juist een uitgesproken tegenstander van diversiteitsbeleid:
- FvD wil geen “gedwongen ‘diversiteit’”. Mensen worden in Nederland mensen op individuele kwaliteiten beoordeeld en niet op (veronderstelde) groepskenmerken. De overheid niet zien als Grote Gelijkmaker die al-dan-niet ingebeeld ‘slachtofferschap’ moet gaan compenseren of middels quota volledig evenwichtige vertegenwoordiging in alle maatschappelijke gremia moet afdwingen. Juist omdat we willen ‘verbinden’, zoals dat in linkse kringen wordt genoemd.
- JA21: Vrijheden, kansen, rechten en plichten over en weer voor iedereen op gelijke voet toepassen, waarbij de overheid geen identiteitspolitiek voert met het afdwingen van quota en opleggen van vertegenwoordigingen op basis ven groepsdenken waardoor verhoudingen op de spits worden gedreven en de samenleving splijt. Codes inzake diversiteit en inclusiviteit, convenanten en afspraken die een ander criterium hanteren dan kwaliteit om kunst- en cultuursubsidies toe te kennen, afschaffen.
- SGP over diversiteitsbeleid in het onderwijs: Het is al helemaal niet de bedoeling dat de overheid met actieplannen voor genderdiversiteit en inclusie het onderwijs, onderzoek en personeelsbeleid gaat beïnvloeden. Het hoger onderwijs mag geen plek zijn die gedomineerd wordt door politiek correct denken.
Meer lezen over de verkiezingsprogramma’s? Lees het uitgebreide overzicht op de website van KIS
De artikelen uit deze reeks verschijnen op Republiek Allochtonie en op de verkiezingspagina van het Comité 21 maart.
Sorry, the comment form is closed at this time.